woensdag 11 december 2013

MENS EN ZINGEVING: PGK-schaal







Dit is mijn persoonlijke PGK-schaal, of de postkritische geloofsschaal. Aan de hand van een vragenlijst ontwikkeld door professor Dirk Hutsebaut krijg je een individueel resultaat te zien over hoe jij tegenover geloof staat, of hoe er mee omgaat, er tegenaan kijkt,...

 

Even wat uitleg:

Orthodoxy staat voor letterlijk geloven; een direct en letterlijk geloof in een transcendente God, letterlijk in God geloven. Bijbelteksten worden letterlijk gelezen en aanvaard. Er is een geloof in een onveranderlijke God, en de waarheid van het geloof kan niet veranderen doorheen de tijd. orthodoxy wordt gekenmerkt door een relatieve intolerantie voor alternatieve (religieuze) posities.

In extremis kunnen we spreken van religieus fundamentalisme en fanatisme. Ik scoor hierbij een 2, Dat is niet veel, maar als ik dat vergelijk met leeftijdsgenoten, streekgenoten en de groep vrouwen, dan behoor ik tot de mediaan. Ik geloof, maar dat geloof wordt toch ergens getoetst aan een min of meer kritische houding. Ik zal echt niet vervallen in een naïeve houding t.o.v. de Bijbel en God.

Externe kritiek of letterlijk ongeloof (rechts bovenaan). Is dus de tegenpool van het letterlijke geloof hierboven beschreven. daarin scoor ik een 3, net iets hoger dan bij  orthodoxie. Dit kenmerkt zich door kritiek op godsdienst en geloof vanuit een extern standpunt. In extremis: een radicaal atheïsme. De Bijbel wordt letterlijk gelezen, net zoals bij orthodoxie, maar hier wordt het geloof afgewezen omdat de letterlijke interpretatie onhoudbaar is.

Vaak gekaderd in een modernistische, positief wetenschappelijke epistemologie.

De externe geloofscriticus verlangt naar helderheid en objectieve zekerheid, zoals in de positieve wetenschappen. Bijgevolg is hij angstig voor de onzekerheid in geloofszaken. Ikzelf heb de lijst met vragen ingevuld, dus kan ik hieraan niet gaan twijfelen, maar ik ben eerder iemand die de zaken anders interpreteert of relativeert in plaats van deze radicaal te verwerpen. Daarom scoor ik ook maar een 3 en geen 6 bv.

Relativisme ( rechts onderaan): Een symbolische benadering van religieuziteit, die transcendent geloof uitsluit.


Verschillende religies zijn slechts onderling inwisselbare opties. De ene, ware religie bestaat niet. De manier waarop ik denk over geloof is slechts één mogelijkheid tussen vele andere.

Uitspraken over God, getuigenissen van geloof en kerkelijke doctrines zijn slechts relatief. Ze worden gekleurd door de tijd en de plaats waarin ze tot stand kwamen en uitgesproken worden.
Geloofsovertuigingen zijn historisch bepaald, en dus contingent. Wat iemand gelooft, is afhankelijk van de culturele context waarin hij/zij opgroeide. Deze context is veelal toevallig; hetzelfde geldt voor religieuze attitudes.
Godsdienst wordt door relativisten niet resoluut verworpen zoals bij externe kritiek, maar wel gerelativeerd.
Hier scoor ik iets meer dan een 4, Ik herken mezelf daar wel in, ik neem de Bijbel inderdaad niet letterlijk op, ik relativeer alles en neem sommige zaken op de korrel. Wat ik wel doe is Jezus als voorbeeld nemen, Hij toont me de weg die ik moet gaan, welke keuzes ik moet of kan maken, Hij toont me wat goed is. Daarom hoef ik niks letterlijk te kopiëren wat in de Bijbel staat, het is een leidraad voor mij.

Tweede naïviteit/Post kritisch geloof (links onderaan):
Gekenmerkt door geloof in een transcendente God en een religieuze interpretatie van de werkelijkheid. Het transcendente wordt echter niet letterlijk aanwezig gesteld, maar symbolisch gerepresenteerd. Geen objectief-letterlijk geloof in de derde persoon, maar een subjectief-interpretatief geloof in de eerste persoon.
Contact met God gebeurt immers nooit direct, maar wordt altijd gemedieerd door middel van symbolen. Tweede naïviteitsgeloof erkent dat God nooit onmiddellijk aanwezig, bevatbaar, kenbaar, be-grijpbaar is.
God is de radicaal Andere, die we nooit in onze macht hebben. We staan in relatie tot God altijd doorheen een symbolische representatie, doorheen de interpretatie van een teken dat doorverwijst naar het onbevatbare, het transcendente.
Slechts via vermiddelingen staan mensen in relatie tot de transcendente werkelijkheid: via verhalen, rituelen, tradities, instituties, kerken, ambten, sociale organisaties, enzovoort. Geloof wordt verworven doorheen het actief, creatief en interpretatief omgaan met deze vermiddelingen. Dit betekent ook dat men altijd een gemeenschap nodig heeft om met God in relatie te treden.
Geloofsinhouden en geloofshoudingen hebben een historisch karakter en dienen historisch geduid te worden. De christelijke traditie ontwikkelt zich voortdurend verder in de context van de huidige tijdsgeest.
Wat me het meeste typeert aan deze kant is de uitleg dat geloof een existentieel vertrouwen is, een symbolische geloofsstijl introduceert dus een vorm van onzekerheid waarmee men bereid is om te leven.
Dit kan vreemd klinken, maar een van mijn leraren uit het lager onderwijs heeft ons dat ooit eens uitgelegd geloof ik. Voor geloof kan je geen bewijzen leveren, het zit nl. in de naam zelf: GELOVEN! Het zegt zelf; je gelooft, of je gelooft niet, en voor mij gaat het er dus helemaal niet om of er werkelijk een groep was die 40 jaar door de woestijn heeft gezworven, of er ergens een Job bestaat, of een bermhartige Samaritaan. Ik ga me niet bezig houden met dit allemaal te gaan opzoeken om te weten te komen of dit historisch correct is of niet. Ik persoonlijk geloof in God, en ik geloof in de figuur van Jezus. Ik zie dit als een leidraad in mijn leven. Maar daarom voel ik me nog niet extreem verbonden met het christendom, ik durf mezelf zelfs geen echt christen te noemen. Ik zeg het zelf soms, ik probeer zo veel mogelijk te leven naar de regels van een christen. En ja, ik sta zelfs open voor andere godsdiensten, geloofsovertuigingen. Dit vanuit een innerlijk ideaal wat respect heet, maar dan nog breder, want respect alleen betekent nog niet dat je zaken zoals gebruiken, rituelen zou overnemen van anderen, ik wel! Dat noem ik dan meer openheid en ontvankelijkheid.


 Bronvermelding:

K.U. Leuven; Centrum Academische Lerarenopleiding, Faculteit Godgeleerdheid. (2009). http://www.kuleuven.be/thomas/page/pkg-pcbs/#74285. Opgeroepen op december 10, 2013, van thomas, godsdienstonderwijs.be: http://www.kuleuven.be/thomas/page/pkg-pcbs/#7428

HUTSEBAUT, D., Post-Critical Belief. A New Approach to the Religious Attitude Problem, in Journal of Empirical Theology
9/2 (1996), 48-66.

 
 
 
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten